Waterpolo – 28 februari 2015

Aquamigos Heren 5 – standen
Door de carnaval heb ik genoeg tijd gehad om m’n wenkbrauw te laten herstellen, dus vanavond gewoon weer aan de bak met Heren 5 tegen Nautilus 1. Nr 7 tegen nr 10. En ook oude bekenden wat net als ons spelen ze al jaren in deze competitie. En weer geblesseerden; beterschap heren! En dus wat verse krachten uitgenodigd; Peter en Adri, en ook Alexander is weer van de partij. We leggen nr 12 goed vast en dan hebben ze gelijk problemen. We komen voor met 2-1. Ze morren, ook richting de scheids en 2e partje wordt het ook 2-1. Maar we zetten door en maken 4-2 in het 3e partje. Dat had veel meer kunnen zijn maar Rene had z’n vizier niet op scherp staan; dat wordt straftraining! In het laatste partij komen ze dan toch nog iets terug met 2-3. Mee geteld? We winnen met 11-7. Dik verdiend! En weer een plaatsje gestegen, we staan nu 9e. Peter en Adri bedankt voor het meespelen.

Volgende week tegen de rode lantaarn Lutra 2. Misschien kunnen we dan nog wel voorbij Zeester op de ranglijst komen…

Mopje

Een klein oud vrouwtje gaat naar de dokter en zegt: “Dokter, ik heb een probleem met gasvorming. Het stoort me eigenlijk niet, want mijn winden zijn altijd stil en ruiken niet. Eigenlijk heb ik sinds ik hier binnen gekomen ben al minstens 20 winden gelaten. U hebt er vast niets van gemerkt, want ze ruiken niet en zijn altijd stil.” De dokter: “Ik begrijp het, neem dit medicijn en kom volgende week nog maar eens terug.” De week erna komt het vrouwtje terug bij de dokter. “Dokter, ik weet niet wat u mij gegeven heeft, maar mijn winden…. Ze zijn nog steeds geluidloos, maar ze stinken verschrikkelijk!” De dokter zegt: “Goed zo, nu uw neusholtes weer open zijn zullen we eens kijken wat we aan uw gehoor kunnen doen.”

Waterpolo – 7 februari 2015 II

Aquamigos Heren 3 – standen
Op verzoek van Heren 3 vanavond nog een wedstrijd gespeeld. Dus niet alleen heren 5 heeft problemen met de opkomst! Met Heren 3 (9) op bezoek bij…..De Treffers (8) dus lekker om de hoek. Maar stand is niet helemaal correct, ze hebben 2 wedstrijden minder gespeeld! Leuk om weer terug te zijn ‘op het oude honk’, weer veel bekende gezichten gezien. Heren 3 speelt een heel ander spelletje; ze hebben geen vaste midvoor maar wisselen door. En ook achterin geen man op man, maar meer in de zone met een 2e man voor de aanvallende midvoor. De wedstrijd ontwikkelt zich heel rustig en het eerste partje is echt aftasten. De 2e periode ga ik ook het water in. Tempo is goed te volgen, maar dan zwem ik mee met een aanvaller en krijg zijn elleboog vol op mijn linker wenkbrauw. Ik weet gelijk dat het mis is en als ik met m’n vingers voel merk ik een oneffenheid die er eerst niet zat. En m’n vingers kleuren rood: een snee van naar wat later blijkt bijna 3 cm. Einde wedstrijd, balen!
Op de huisartsenpost hebben ze het netjes gehecht én gelijmd. Dus waterpolo zit er de komende week zeker niet meer in.
20150207-blessure

Waterpolo – 7 februari 2015

Aquamigos Heren 5 – standen
Thuis in Waalwijk tegen Nuenen. Met weer de nodige afzeggingen, dus maar weer een beroep gedaan op Bas om mee te spelen. Nuenen heeft van Heren 4 verloren en wij van heren 4 gewonnen dus ze deden het een beetje dun in de broek. Maar dat was nergens voor nodig. Ze zorgden er voor dat ze voor mij op de midvoor kwamen te liggen dus de passes kwamen helemaal niet aan. En de lopjes over de verdediger heen ook niet. En in de aanval waren ze razendsnel weg, ook de midachter en dan mocht ik weer helemaal achter aan. Kortom het werd een flinke oorwassing: 2 – 17. Nu snel door naar de volgende wedstrijd….
Oh, en Bas; wel even goed oefenen op het nemen van 5-meters, want er komen er vast nog meer en je staat nu op 0 uit 2!

Mopje

Komt een gemaskerde man binnen gerend bij de bank en roept: “Dit is een overval!” en hij schiet een keer met zijn geweer in de lucht. Toen hij dat deed viel zijn masker af, raapte het snel op en zette het weer op. Hij vroeg aan de eerste de beste: “Heb je mijn gezicht gezien?!” “Ja,” antwoordde de man. KNAL, hij schoot de man recht door het hoofd. Bij de tweede vroeg hij hetzelfde en de man zij ook ja. KNAL, ook hem schoot hij door het hoofd…. Toen hij bij de derde man aankwam vroeg hij weer of hij zijn gezicht had gezien. “Nee,” antwoordde de man, “maar mijn vrouw wel.”

Ik heb schuld, dus wat doe ik? Hetzelfde als de V&D, KLM en de Grieken

Ik moet geld van mijn bank lenen. Dat kan, maar ik moet het met rente terugbetalen. Ik heb dat geld nu nodig en dus ga ik akkoord met die rente.
Ik betaal mijn werkster, de tandarts, de dierenarts en de bakker – en moet dan weer geld van de bank lenen, want ik heb niets meer. Nu kan dat, want ik heb een mooi huis. Ik krijg het geld, maar moet rente betalen. Begrijp ik.
Ik betaal weer mijn werkster, de garage en de loodgieter – want mijn dak is lek – en vraag ondertussen om een salarisverhoging, omdat ik mijn lening moet afbetalen. Krijg ik niet.
Ik zal een lang verhaal kort maken: ik zit tot over mijn oren in de schuld. Wat te doen?
In de eerste plaats pas ik de Vroom en Dreesmannmethode toe. Ik zeg tegen mijn werkster dat ze met de helft van het bedrag genoegen moet nemen. Dat zeg ik ook tegen al mijn leveranciers, zoals de dierenarts, de loodgieter, de garage, de bakker – noem maar op. Vervolgens ga ik naar mijn huisbaas en zeg ik: ‘Ik betaal de eerstkomende vier maanden geen huur, want anders ga ik failliet.’
Vervolgens pas ik de Air France-KLM-methode toe. Ik zeg tegen mijn vrouw, met wie ik een fusie ben aangegaan, dat ik de erfenis van haar ouders opeis, plus alles wat zij op haar spaarbankboekje heeft staan. En niet zeuren: ‘Had je maar geen fusie met me moeten aangaan!’
Ten slotte pas ik de Griekse methode toe. Ik leen geld, zeg dat ik het tot de laatste cent zal terugbetalen, leen nog meer geld, zeg dat ik het tot de laatste cent zal terugbetalen, leen nog wat, beloof echt dat ik het tot de laatste cent zal terugbetalen en vertel vervolgens dat ik zo veel schulden heb dat ik de bakker, de loodgieter, laat staan de dierenarts en de garage niet kan betalen. Ook kan ik onmogelijk mijn vrouw haar erfenis terugbetalen, noch het geld dat zij op haar spaarbankboekje had staan. Ik eis dat al mijn nieuwe schulden worden kwijtgescholden en dat ik het restant van mijn schuld over dertig jaar renteloos mag terugbetalen.
Als mij dat gelukt is, betaal ik het oorspronkelijk door mij geleende geld aan mijn bank terug.
O nee, toch maar niet. Ik begin een woningcorporatie.
Bron: Parool