Ik moet geld van mijn bank lenen. Dat kan, maar ik moet het met rente terugbetalen. Ik heb dat geld nu nodig en dus ga ik akkoord met die rente.
Ik betaal mijn werkster, de tandarts, de dierenarts en de bakker – en moet dan weer geld van de bank lenen, want ik heb niets meer. Nu kan dat, want ik heb een mooi huis. Ik krijg het geld, maar moet rente betalen. Begrijp ik.
Ik betaal weer mijn werkster, de garage en de loodgieter – want mijn dak is lek – en vraag ondertussen om een salarisverhoging, omdat ik mijn lening moet afbetalen. Krijg ik niet.
Ik zal een lang verhaal kort maken: ik zit tot over mijn oren in de schuld. Wat te doen?
In de eerste plaats pas ik de Vroom en Dreesmannmethode toe. Ik zeg tegen mijn werkster dat ze met de helft van het bedrag genoegen moet nemen. Dat zeg ik ook tegen al mijn leveranciers, zoals de dierenarts, de loodgieter, de garage, de bakker – noem maar op. Vervolgens ga ik naar mijn huisbaas en zeg ik: ‘Ik betaal de eerstkomende vier maanden geen huur, want anders ga ik failliet.’
Vervolgens pas ik de Air France-KLM-methode toe. Ik zeg tegen mijn vrouw, met wie ik een fusie ben aangegaan, dat ik de erfenis van haar ouders opeis, plus alles wat zij op haar spaarbankboekje heeft staan. En niet zeuren: ‘Had je maar geen fusie met me moeten aangaan!’
Ten slotte pas ik de Griekse methode toe. Ik leen geld, zeg dat ik het tot de laatste cent zal terugbetalen, leen nog meer geld, zeg dat ik het tot de laatste cent zal terugbetalen, leen nog wat, beloof echt dat ik het tot de laatste cent zal terugbetalen en vertel vervolgens dat ik zo veel schulden heb dat ik de bakker, de loodgieter, laat staan de dierenarts en de garage niet kan betalen. Ook kan ik onmogelijk mijn vrouw haar erfenis terugbetalen, noch het geld dat zij op haar spaarbankboekje had staan. Ik eis dat al mijn nieuwe schulden worden kwijtgescholden en dat ik het restant van mijn schuld over dertig jaar renteloos mag terugbetalen.
Als mij dat gelukt is, betaal ik het oorspronkelijk door mij geleende geld aan mijn bank terug.
O nee, toch maar niet. Ik begin een woningcorporatie.
Bron: Parool
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...